De Waalwijkse postduivenvereniging De Postduif heft zich na 140 jaar definitief op. Voor de achterblijvende leden (nu nog tien) betekent dat verdriet, teleurstelling en pijn. Ooit telde de club meer dan 120 leden die plezier beleefden aan het houden van postduiven, aan het kweken van jonge duifjes en aan de wekelijkse wedstrijden.
Door Henk Poelakker
Duizend kilometer vliegen
Dat laatste heeft enige toelichting nodig. Tussen april en oktober worden er in binnen- en buitenland ieder weekend wedstrijden gehouden. Duizenden duiven worden middels een speciaal daartoe ingerichte vrachtwagen naar verre oorden gebracht. Als de wagen op de plaats van bestemming is (laten we zeggen Parijs), krijgen de dieren voer en eten en kunnen ze tot rust komen na de reis. Ter plaatse wordt beoordeeld of het verantwoord is om de duiven los te laten. Op weg naar huis wil je niet dat de dieren in een onweersbui terecht komen of met stortregens te maken krijgen. Als alle seinen op groen staan, gaan de deuren van die speciale duivenwagen tegelijk open en vliegen de ranke beestjes naar huis. Welke duif is als eerste terug in Waalwijk? De wedstrijden worden door de duivenmelkers wedvluchten genoemd. De verste afstand is zo’n duizend kilometer en het is wonderlijk dat de duiven de weg naar het eigen hok terug kunnen vinden.
Onbetaalbaar
De vereniging was gevestigd in een prachtig gebouw nabij de Paduakerk. Op hun wekelijkse ontmoetingsochtend op maandag spreken we met zeven leden van de club die vertellen dat ze alweer lang geleden met eigen handen dit gebouw hebben verbouwd tot wat het nu is. “Eeuwig zonde dat we moeten stoppen”, zo klinkt het uit de monden van de zeventigers. “Maar we zijn niet allemaal zo oud hoor. Onze Kelly is begin dertig en is het enige vrouwelijk lid. We moeten onze club opheffen omdat we formeel te weinig leden hebben. Bovendien wordt het vervoer voor zo weinig duiven vanuit Waalwijk vrijwel onbetaalbaar. De meeste duivenmelkers van De Postduif worden lid van De Luchtvaart in Sprang-Capelle. Een enkeling stopt met de hobby en dat is voor de betrokkenen heel spijtig en verdrietig.”
Vanuit een speciale duivenwagen op weg naar huis.
100.000 duivenhokken
Hoe kan het dat een club die 140 jaar bestaat niet meer levensvatbaar is? Hoe kan het dat er in ons land ooit 100.000 duivenhokken stonden en nu nog amper 10.000? De zes mannen wijzen eensgezind naar het grote aanbod van sportclubs en ander vermaak. Als duivenmelker ben je dagelijks met je dieren bezig. Op de dag dat de duiven ergens in Frankrijk worden losgelaten, is de duivenmelker thuis om zijn dieren op te wachten. Dat betekent die dag niet naar de Efteling, niet een dagje fietsen, geen weekendje weg. En ook dat staat meer en meer jongeren, gezinnen van duivenmelkers, partners enz. tegen, met stoppen tot gevolg.
Stukje geschiedenis
De Postduif werd opgericht in 1886 te Besoyen. In de loop van de jaren werden tevens duivenverenigingen opgericht in zowel Waalwijk als Baardwijk. In 1953 gingen de drie clubs samen verder onder de naam De Postduif. Een hoogtepunt in de historie was de opening van het eigen clublokaal in 1991 aan de Alberdingk Tijmstraat. Enkele sportieve hoogtepunten: Martin Roomer won in 1982 een eerste prijs vanuit het Franse Dax. Zijn duif was de snelste van heel Nederland. Wim Lamers herhaalde een soortgelijke stunt maar dan vanuit de Franse plaats St. Vincent. Jos Bierings deed er in 1994 nog een schepje bovenop. Zijn duif was zelfs internationaal gezien de snelste en dat vanuit het Zuid-Franse San Sebastian waar die dag 10.000 duiven gelost werden. De duif won een autoprijs! Een duif van clubgenoot Ad Bakkeren won die dag de tweede prijs. Heel opmerkelijk: twee Waalwijkse duiven die alle andere dieren te vlug af waren. Jos Bierings vertelt: “Na zo’n overwinning wilde iedereen een jonge duif uit mijn hok. Opeens ben je in de duivenwereld een bekende Nederlander. Mijn winnende duif heb ik niet meer op reis laten gaan, ik durfde hem maar amper los te laten vliegen want het beestje was plotseling veel geld waard. Ik heb die duif verkocht en hij is uiteindelijk verhuisd naar Taiwan.”
Jonge duiven moeten leren om de weg naar huis te vinden.
Duivensport is verslavend mooi
De mannen die met deze krant praten, beleven unaniem plezier aan de omgang met hun duiven. Terugkijkend: de wedvlucht vanuit Orleans voor jonge duiven was een begrip in de wereld. Daar werden 240.000 duiven losgelaten. De lucht zag letterlijk zwart van de duiven. Slotvraag: wat maakt de duivensport zo aantrekkelijk? De mannen barsten los. “Het thuiskomen van de duiven is en blijft mooi om te zien. Het is een wonder dat die kleine beestjes de weg terug weten te vinden. De spanning is verslavend want het is iedere keer weer een verrassing hoe laat jouw duif op het hok terugkeert. Het kweken van jonge duiven is zo leuk en natuurlijk de dagelijkse verzorging. Op onze oude dag blijven we genieten ondanks dat we de deur van ons clubhuis definitief gesloten hebben.”
