‘Ze is niet bijzonder meer.’ Dat was mijn verzuchting toen dochterlief twee jaar geleden op het speciaal onderwijs begon. Want alle kinderen hadden daar wel een bepaalde beperking. Ze had meteen een vriendje ‘die loopt op wielen’. En toch: ik blijf het moeilijk vinden om te zeggen dat deze kinderen beperkingen hebben. Dan vergelijk je ze met de normale wereld. Maar hoe kunnen zij ooit meedoen in de samenleving als we blijven spreken over hun ‘beperking’. Is de normale wereld niet te beperkt? Kunnen we daar iets aan doen, zodat iedereen kan deelnemen? Ook deze geweldige kinderen?
Een aantal van deze mooie jonge mensen kwam vorige week binnen in Theater aan de Parade over de spreekwoordelijke rode loper, die eigenlijk blauw was. Kinderen van verschillende speciale scholen hadden meegedaan aan de documentaire-film ‘Als je mij de kans geeft’. Ook die geweldige jongen uit dochterliefs klas die vorig jaar tijdens het kerstspel met zijn lange gespalkte benen in een grote knalgele Pikachu-onesie de kerstster speelde. Op een tafel zwaaide hij hoog in de lucht naar de drie wijzen. Een van hen had op internet van alles opgezocht over de wijzen en over koningen, zodat hij een echte wijze kon spelen.
De documentaire ging bij verschillende scholen langs en bij een expert, die niet kon stoppen met praten. Maar wat hij zei raakte me. In de Tweede Wereldoorlog, zei hij, kwamen veel mensen met beperkingen terecht in kampen. Als reactie daarop hebben we er voor gezorgd dat de zorg voor deze mensen heel goed is. We bouwden allerlei tehuizen, instellingen en scholen om deze mensen een goed verzorgde plek te geven. Met alle goede bedoelingen, concludeerde hij, heeft dit ervoor gezorgd dat mensen met een beperking nog moeilijk kunnen deelnemen aan de samenleving. Die draait gewoon door met alle ‘normale’ mensen. Zo gauw je ook maar enigszins beperkt bent in je lichaam of je hoofd, of door ouderdom, dan gaat de wereld gauw te snel of compleet langs je heen.
Dat is een moeilijke conclusie, want we bedoelen het zo goed. We willen deze mensen een eigen plek geven. De expert noemt dat ‘excluses’, de briljante titel van zijn boek. Het onbedoelde effect is dat we mensen met een beperking uitsluiten. Niet zoals racisten en zo doen met mensen die hen niet aanstaan. We sluiten mensen uit, omdat we ze niet de mogelijkheid geven om mee te doen.
De directeur van dochterliefs school, meneer Bas, die ze steevast Baas de Bas noemt, zei het heel treffend zo: ‘Als kinderen uit allerlei plaatsen met de taxi hier naartoe komen, dan spelen ze hier met hun vriendjes. Maar als ze weer thuiskomen, dan is het leeg…’ We halen kinderen uit hun woonwijken, en zorgen er zo voor dat ze geen vriendjes kunnen maken in hun eigen omgeving. Noodgedwongen, zeggen we dan. Maar wat dwingt ons? De zorg die we ze willen geven, ja. Maar kunnen we die kwalitatief zeer goede zorg niet geven op plekken in de samenleving, waar ze volop kunnen deelnemen aan die samenleving, vroeg de expert zich af? Ja, dat kan, zei hij. Andere landen laten dat zien. Nee, dat is niet duurder omdat we de zorg dan opknippen. Nu knippen we het onderwijs op. Maar dat is toch de omgekeerde wereld? We willen toch dat kinderen volop kunnen deelnemen?
Ik ben blij met het speciaal onderwijs dat dochterlief geniet. En ze geniet er ook echt van. Ze heeft, realiseer ik me, de meest inclusieve opvoeding die ze nu kan krijgen, als ik denk aan alle nationaliteiten en opleidingsniveaus van kinderen en ouders en de niveaus van zorg die kinderen nodig hebben. Tegelijk zie ik hoe beperkt de wereld om haar heen juist is. Voor een geschikte theaterschool, dacht ik, reden we weken naar Rijen. Voor paardrijles moeten we waarschijnlijk naar Berlicum. Met liefde, maar ze zal er niet ‘even’ heen kunnen en vrienden ontmoeten. We willen met z’n allen niemand uitsluiten, maar we doen het wel. Het betekent namelijk niet een kleine aanpassing, maar echt een voluit inclusieve aanpak. Orde, structuur, ruimte. Maar is iedereen daar niet bij gebaat? En worden we daar samen niet veel rijker van? Want als je deze kinderen ziet, dan wíl je niet anders dan ze mee laten doen. Als je ze de kans geeft.
Otto Grevink is dominee in De Langstraat en verbonden aan Pioniersplek Zin op School. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.