Heb je wel eens een specht gehoord? Tok-tok-tok – een droge roffel op een boomstam. Even stilte, dan weer: tok-tok-tok. Geen zang, geen lokroep, alleen ritmisch gebeitel. Zijn snavel is zijn gereedschap, de boom zijn klankkast. Wie goed luistert, hoort hem van verre.
Door Mischa Treffers-Freijters
Zie je een zwart-witte vogel met een rode vlek? Dat kan de grote bonte specht zijn, de meest algemene. Het mannetje heeft een rode pet op, het vrouwtje niet. De middelste bonte specht lijkt erop, maar is kleiner en heeft een rood petje dat doorloopt tot in de nek. De kleine bonte specht is nóg kleiner, zonder rood op de buik. Alsof hij een miniatuurversie is van zijn grote broer.
Ze zitten vaak hoog in de bomen, hinkelend langs de stam omhoog. Maar let op: als je ze probeert te spotten, spelen ze verstoppertje. Eén beweging en ze draaien achter de boom. Heb geduld. Soms vliegen ze plots naar een dode tak en beginnen ze te roffelen. Dan kun je ze goed zien.
Ga bij je volgende boswandeling eens op spechtenjacht. Hoor je geroffel? Blijf staan en speur de boomstammen af. Voor je het weet, ontdek je er één – en misschien wel meer.