Het leek een goed idee. Projectontwikkelaars hadden bedacht dat we behoefte hadden aan een groot dorpsplein. Daar zou je iedereen kunnen ontmoeten, kunnen uitwisselen en horen wat er in de wereld te koop is. We hadden alleen niet gedacht dat het zo letterlijk bedoeld was. En zoveel uitwisseling was er gauw ook al niet meer. Veel mensen gingen denken: wil ik eigenlijk nog wel naar dat dorpsplein?
Eerlijk is eerlijk: het idee leek briljant. Want het was ook erg leuk. Je kwam allerlei mensen tegen op dat plein. Mensen die je kende en die je normaal niet dagelijks zou tegenkomen. Maar nu hoorde je wat ze meemaakten en kon je met hen meeleven. En allerlei mensen reageerden ook op jouw verhaal. Mensen van wie je het niet had gedacht. En wat leuk om die oude klasgenootjes weer tegen te komen, banden met vroeger weer aan te halen.
En toen kwamen de foto’s. Ja, natuurlijk, van vroeger. Hé, en zijn dat je kinderen, en je geliefde? Wat leuk! En hoe was de vakantie? Iedereen nam zijn foto’s mee. Leuk, leuk, leuk: Eigenlijk de enige reactie die je er zo snel op kon geven. Het begon ook wel op te vallen dat alle foto’s inderdaad ‘leuk’ waren. En dat er heel veel foto’s van eten waren. Mensen gingen zichzelf ook opdoffen als ze op het plein kwamen. Ze werkten aan hun ‘profiel’, zo noemden ze dat. Een kwart van het dorp stond ook ineens met een glas wijn op het plein. Geen idee wat dat moest uitstralen.
Het begon wel steeds meer op te vallen dat je altijd dezelfde mensen tegenkwam. Hoe vol het plein ook was. Dat kwam onder andere omdat je achter hekjes in hokjes werd ingedeeld. Dat leek handig, want zo had je zelf ook overzicht. En je kon doorpraten over waar je het de vorige keer over had gehad. Maar wel steeds met dezelfde mensen. Er ontstonden grotere en kleinere kringetjes. En die hebben altijd het nadeel dat ze met de ruggen naar elkaar toestaan. Iemand anders spreken uit andere kringetjes deed je nauwelijks meer.
Intussen hadden de lokale ondernemers ook de kansen gezien van zo’n dorpsplein. En met grote borden drongen ze aan ons hun advertenties op. Ze gingen tussen ons in staan, en we raakten het overzicht kwijt over het plein. Kwam die vriend van vroeger nog wel? En je collega? Ging je die actief opzoeken, dan bleek dat er heel veel gebeurd was. Maar je hoorde het niet meer automatisch. Het leek wel alsof het dorpsplein overgenomen werd.
Dat leek ook echt te gebeuren toen sommige mensen ontdekten dat ze een megafoon konden meenemen. Het waren niet de minsten: iedereen wilde wel horen wat ze te zeggen hadden. Zeker Gijs. Hij bepaalde daarmee waar iedereen het over had, en dus wilde je ook wel weten wat hij te zeggen had. Was dat eigenlijk logisch? Dat deed er niet toe. Je was voor of je was tegen, lekker makkelijk. Hoefde je ook niet meer in gesprek. Dat kon ook niet meer, op het dorpsplein met z’n kleine kringetjes en de ondernemers die daar met hun advertenties nog dwars doorheen gingen.
Het werd helemaal erg toen ze grote schermen gingen plaatsen en je allerlei filmpjes te zien kreeg, die je je na uren kijken totaal niet meer herinnerde. Ook waren er mensen die een soort kip-tv gingen maken. Het leek reclame voor de lokale chinees, maar het waren filmpjes over…, geen idee eigenlijk. Het had wel een grote invloed. Op je denken en op je beeld van de wereld. Die leek gevangen in die beelden en niet meer in de werkelijkheid. Toen het licht op het plein ’s avonds laat ineens uitging en het plein helemaal op zwart, waren sommigen wanhopig.
Steeds meer mensen gingen naar huis. Aan jou werd niets meer gevraagd. En die 150 felicitaties met je verjaardag? Ach, die kon je toch ook niet met meer beantwoorden dan ‘leuk’. Thuis wachtten mensen die al langer weer thuis waren of er altijd gebleven waren. ‘Wat heb je meegemaakt?’, vroegen ze. Geen idee, moest je bekennen. Maar hier was het warm. Het eten dat je zag kon je meteen eten. En als je je verveelde, dan kreeg je inspiratie om te gaan schilderen, puzzelen, of samen een spelletje te doen. Een spelletje dat geen geld kost en waarmee je samen kon lachen. Of je kon bellen met iemand om eens te vragen hoe het echt ging, of zat met ze aan tafel. Terug thuis was nog niet zo’n slecht idee.
’s Nachts veranderde iemand het straatnaambordje van het plein in: Xodus.
Dominee Otto Grevink is predikant voor Sprang-Capelle, Kaatsheuvel en de Efteling, en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk en bij De Plaats op Ameland. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.