Henk Hofstede staat met zijn band Nits volop in de belangstelling. Niet gek, want de Amsterdamse groep viert momenteel haar 50-jarige bestaan met een nieuw album en een Europese clubtour. Met het wegvallen van Golden Earring is Nits daarmee een van de ‘oudste’ bands uit ons land. De muziek van Nits kan mij slechts gedeeltelijk bekoren: Hofstede zelf heb ik echter hoog staan.

Zo jammer dat het heuglijke nieuws van het jubileum meteen wordt overschaduwd door de zeldzame spierziekte die Hofstede onder de leden heeft. Het leek er zelfs lange tijd op dat steeds meer falen van slikken en spreken een abrupt einde aan de band zou maken. Gelukkig blijken medicijnen remmend te werken waardoor de band een paar weken terug de sterren van de hemel speelde in een twee keer uitverkocht Carré.

Zoals gezegd heb ik tijdens mijn muzikale ontwikkeling de ‘Nits vibe’ niet helemaal meegekregen. Natuurlijk ken ik de band (net als vele anderen) van de evergreen ‘In the Dutch mountains’ uit 1987. Wel een lekker nummertje hoor, maar het blijft in mijn beleving te lang doorkabbelen in hetzelfde ritme. Bovendien vind ik het einde echt raar: ik heb vroeger meerdere keren gefoeterd als ik het nummer vanaf lp op bandje wilde zetten en steeds te vroeg de opname op stop zette. Maar goed, het nummer staat steevast in de TOP2000 en heeft haar waarde daarmee zeker bewezen, al ware het niet voor mij.

Nescio

Het briljante ‘Nescio’ daarentegen pakte mij wel vanaf de eerste noot. Ik hoorde het nummer voor de eerste keer langskomen tijdens een documentaire over de Nederlandse popmuziek die ergens halverwege jaren negentig op TV kwam. Daarin kwam uit het niets Nescio voorbij, met de clip erbij: een soort futuristische video, best raar eigenlijk, maar wel passend in de tijd van midden jaren tachtig. Nescio gaat over de Titaantjes en De Uitvreter van schrijver Nescio, een Amsterdamse schrijver van eind negentiende eeuw.

’Nescio, Questo paradiso, Nescio, Nella bocca del lupo. Nescio, Lo straniero è morto, Nescio, Questo paradiso. I jumped off a bridge and went swimming for hours and nobody, nobody’s looking. I came to a hotel with double rooms and showers and nobody, nobody’s knocking. The phone rings on a nightstand, somebody whispers hello. I don’t know, too many words after so many miles. Somebody whispers ’hello’, I don’t know, I don’t know.’ (Nescio - Nits)

Grappig thema dus met een literaire achtergrond, maar dat is het niet zozeer wat mij in dit nummer raakt. Ik geloof niet in hogere sferen, maar als ik dit nummer wat harder opzet en me echt laat meevoeren met de muziek dan ben ik even niet meer op aarde. Het stuwende ritme, de hemelse zang van Henk Hofstede, het briljante pianowerk van Robert Jan Stips: het lijkt soms meer opera dan popmuziek. Precies op het juiste moment in het nummer komt het keerpunt en gaat het nummer los. Zonder twijfel altijd een moment van kippenvel; wat briljant gemaakt zeg.

Nog twee heerlijke Nits-songs: J.O.S. Days en Sketches of Spain. De eerste handelend over de mislukte voetbaljeugd van Henk bij de Amsterdamse voetbalclub J.O.S. en de tweede over de Spaanse burgeroorlog eind jaren dertig. Ik plaats ‘Sketches of Spain’ nog ieder jaar trouw op mijn TOP2000-lijstje: dat zijn mijns inziens de nummers die de lijst bijzonder maken tussen alle mainstream keuzes.

’I have seen the trenches and the blankets on dirt, I have seen the tears upon a farewell letter. I have seen the faces that no bullet can hurt, I have seen the spirit that no bomb can shatter. The streets of Barcelona are filled with blood and rain: the war is rolling over Spain. Men and women running with sticks of dynamite, storming stone buildings in the middle of the night.’ (Sketches of Spain - Nits)

Aardige jongens

Maar zoals gezegd, heb ik Henk Hofstede net wat hoger staan dan zijn band Nits. De waardering voor hem kwam vooral nadat hij in 2008 samen met Frank Boeijen en Henny Vrienten het gelegenheidstrio ‘Aardige jongens’ vormde. Bijzondere combi, want zowel qua stem als qua muzikale achtergrond lag deze samenwerking niet voor de hand. Maar Hofstede bloeide op met zijn kraakheldere stem (vooral ook als tweede stem) en zijn mooie teksten.

’De oorlog hing nog als een wolk donker boven de stad, de schaduw van de jaren die hij verloren had. Door m’n moeder werd ie ’s ochtends op z’n brommer gezet: een ridder met een ijzeren rug. Alles wat het leven gegeven had, nam het langzaam weer terug. Zeilboot over de plas, stilte die jij vergeten was. Golven, geluid van de wind, ogen van het kind.’ (De loods - Aardige jongens)

De enige plaat die de Aardige jongens uitbrachten is op Spotify niet te vinden. Mijn tip van deze week: ga op Marktplaats op zoek naar dit juweeltje, leun achterover en geniet. ’Ik val niet, het dal is te diep, de hemel zo hoog. En toen jij nog sliep viel er regen en was er een regenboog. Ik slaap niet. Het leven zo lang, de nacht is te kalm. Waarom ben ik bang voor een hert in het woud. En toen was er een regenbui, de straten werden nat. Ik slaap in de kamers van je glazen hart.’

Marcel Donks, muziekliefhebber uit Waspik