Toegegeven: Henny Vrienten is binnen Doe Maar (en trouwens binnen de hele muziekwereld) mijn echte held. Maar vroeger, toen ik als 8-jarige helemaal fan was van de band, lag dat anders. Toen had ik meer met dat ander idool: Ernst Jansz. En laat ik aanstaande zaterdag nou juist naar zijn concert gaan kijken, ter gelegenheid van 75 jaar Ernst Jansz op deze aardkloot.
Net als bijna alle leeftijdsgenoten was ik begin jaren tachtig ‘vet fan’ van Doe Maar. Goed: de meest daarvan waren meisjes, maar dat mocht de pret niet drukken. Ik knipte alle ‘stukjes’ over Doe Maar uit de roddelbladen, had een spijkerjack met buttons, zweetbandjes en sjaals en ‘behangde’ mijn slaapkamer met Doe Maar-posters. En natuurlijk zong ik alle liedjes mee, niet wetende wat de dertigers toen eigenlijk met de teksten bedoelden.
We zijn ruim veertig jaar verder. Henny Vrienten is dood en daarmee is ook Doe Maar als band dood. In 2000 was het als een droom die uitkwam toen uit het niets bekend werd dat de band na zestien jaar weer bij elkaar zou komen. Dat had ik nooit voor mogelijk gehouden. En dat daar dan ook nog een nieuw album aan gekoppeld was: hemels! De tijd zou leren dat het een begin was van het klassieke Heintje Davids-effect: Doe Maar was terug van nooit weggeweest. Elke tour was ik erbij.
Maar dat is voorbij. Met het overlijden van Henny Vrienten, nu bijna twee jaar geleden, stierf ook Heintje Davids en kwam er een definitief einde mijn muzikale jeugdliefde. De Doe Maar-muziek is me daarna echter nog dierbaarder geworden. De laatste tijd is er in mijn hoofd weer wat meer ruimte voor Ernst Jansz.
“Het leven is een bootje, je vaart ermee naar zee: Luna Luna Luna mijn. Het is een lange weg maar de stroom die neemt je mee: Luna Luna Luna mijn. Er zullen stormen zijn, tegenslag en pijn en angst voor wat er komen zal. Maar er zullen altijd weer ontelbaar mooie dingen zijn: Luna Luna Luna mijn.” (Luna Luna mijn)
Waardering
Ik vond Henny Vrienten vroeger te stoer en had meer met romanticus Ernst Jansz. Later raakte ik juist daardoor de binding met Ernst wat kwijt en vond ik het werk van Henny spannender. Maar ik ben meer waardering voor Ernst gaan krijgen, omdat hij altijd dicht bij zichzelf is gebleven. Die hele status van popidool paste begin jaren tachtig eigenlijk helemaal niet bij hem. Ernst wilde geen gillende meisjes om zich heen: hij wilde plezier maken en tegelijkertijd de wereld verbeteren. En dat heeft hij al die jaren geprobeerd door mooie, kleine liedjes te maken: in de meeste mijmerend over liefdes van vroeger en de de goede oude hippietijd, maar soms keihard en maatschappijkritisch.
“Zolang het water naar de zee stroomt, zolang de zon nog schijnt. zolang de morgen na de nacht komt liefste zou ik bij je willen zijn. Er zijn dingen die ik niet kan zeggen: er wordt al te veel gepraat. we hoeven elkaar toch niets uit te leggen, ik ben blij dat je bestaat.” (Zolang)
Passie
Het plezier zie je bij Ernst terug op het podium. Natuurlijk leent zijn huidige werk zich voor een voorstelling zonder veel bombarie met de eenvoud van het lied door een paar muzikanten als basis, maar al die keren dat ik hem bij Doe Maar en Boudewijn de Groot op het podium zag, genoot ik van een muzikant die met de ogen gesloten vol passie aan het genieten was. Check ‘Bij elkaar’ van Doe Maar in de live versie op Werchter 2008: een iconisch samenspel van Henny en Ernst in stemmig zwart-wit.
“Ik zal jou nooit vertellen hoe mijn hart breekt, breekt bij een klein gebaar of een woord dat jij spreekt, hoe mijn hart dan breekt.” (Bij elkaar)
Het is weer lang geleden dat ik Ernst Jansz live heb gezien. Hij heeft inmiddels de gezegende leeftijd van 75 jaar bereikt: jeugdhelden worden ook oud… Waar zijn werk de laatste jaren vooral in het teken stond van Bob Dylan vertalingen en pianomuziek, kijkt Ernst met de voorstelling ‘Ernst Jansz 75’ terug op zijn muzikale loopbaan. Het kan niet anders dan dat het een mooie, intieme avond gaat worden met een genietende oude man centraal op het podium. Ongetwijfeld zal er wat Doe Maar-werk langskomen, waaronder zijn beste nummer ‘Tijd genoeg’. Ik zal daar met gemengde gevoelens naar luisteren, want de tijd heeft het nummer inmiddels achterhaald.
“Want wat ook een ander zegt, er is tijd genoeg voor jou, voor mij, voor iedereen. En als je wilt dan is elk ogenblik voor jou en alles wat je vragen zou, maar laat mij dan niet alleen.” (Tijd genoeg)
Waar ik persoonlijk het meest naar uitkijk en echt hoop live een keer te horen, is het prachtige ‘Dan huilt mijn hart’. Ernst nam dit samen met zijn dochter Luna op voor de plaat ‘De Neerkant’. Het nummer is voor mij de soundtrack geworden van die vele kapot geschoten steden in de wereld. Dat nummer in combinatie met de nare beelden op tv…
“Als de zon opgaat boven de stad waar ik jou o jou heb liefgehad, waar wij onze levens deelden en onze kinderen speelden. Waar nu nog slechts ruïnes staan, want legers zijn voorbijgegaan: dan huilt mijn hart, mijn droeve hart” (Dan huilt mijn hart)
Ik ga zaterdag samen met mijn lief genieten van de romanticus Ernst Jansz. Gegarandeerd dat er kippenvel en een gevoel van weemoed is als nummers als Rumah Saya en Tijd genoeg van Doe Maar langskomen. Doe Maar is niet dood, zolang als dit er is…
“En dan verlang ik naar een ander huis in het land van mijn vader. Maar ook daar zal ik een vreemde zijn in het land van mijn vader. Rumah saya, dimana rumah saya?” (Rumah saya)
Marcel Donks, muziekliefhebber uit Waspik